Ik hou van wazige dromerige achtergronden

Ik hou van wazige dromerige achtergronden

De snelle basis van fotografie

Ik ben erg enthousiast om mijn passie voor fotografie met jou te delen. Toen ik mijn eerste spiegelreflex camera kocht, schoot ik alleen maar op de automatische stand. Ik vond het allemaal verwarrend. Ik wilde ook graag mooie beelden maken, de automatische stand belemmerde mijn creative drive en bepaalde hoe mijn beeld eruit zag. Ik ging experimenteren met de instellingen en veel lezen. Ik hield van de onscherpe achtergronden (ook wel DOF genoemd). Het onderwerp op de voorgrond is dan scherp en je hebt de achtergrond wazig in beeld. Ik wil je met mijn kennis aanmoedigen om jouw creative reis vorm te geven. Ontdek wat je het liefst fotografeert, waar je goed in bent en ontwikkel je talent en behendigheid met de camera.

BASIS instellingen & de belichtingsdriehoek

ISO, daar had ik nog nooit van gehoord. Wat dit betekent ga ik je uitleggen aan de hand van de belichtingsdriehoek. De belichtingsdriehoek bestaat uit het diafragma, de ISO waarde en de sluitertijd. Het instellen van deze drie waardes bepaalt of de foto licht of donker wordt en hoeveel er van je onderwerp scherp op de foto komt.

Diafragma

Met het diafragma, ook wel F-getal kun je instellen hoeveel van je beeld er scherp op de foto komt. Een hoog F getal, bijvoorbeeld F22 zorgt ervoor dat er veel meer scherpte is in je foto dan een laag getal. Een laag getal, denk aan F2.8 of F4.0 laat je onderwerp loskomen van de achtergrond en het onderwerp springt meer uit je beeld. Het gevolg van een laag getal is dat er meer licht op de sensor valt door dat de opening groter is die open staat. En bij het lage getal komt er veel minder licht binnen.

Sluitertijd

Met de sluitertijd kun je beweging in je beeld creëeren of beeld bevriezen. Hoe langer de sluitertijd open staat, hoe meer licht er in de camera binnenkomt en hoe lichter de foto. Bij een langere sluitertijd heb je kans op bewegingsonscherpte. Het beste kun je hiermee experimenteren. Afhankelijk van hoe standvastig je hand is, kun jij het fotograferen met een sluitertijd langzamer dan 1/50 sec beter een statief gebruiken om bewegingsonscherpte te voorkomen. Maak je gebruik van een snelle (korte) sluitertijd dan kun je beeld bevriezen en komt er ook minder licht binnen.

ISO

De hoogte van de ISO waarde bepaalt de lichtgevoeligheid van de camera. Bij fotografie is het kiezen waar je voor gaat, wil je bijvoorbeeld alles scherp in beeld en word je beeld te donker, dan kun je met een langere sluitertijd werken als je op statief werkt. Of je kiest ervoor de ISO waarde te verhogen. Sommige camera’s geven ruis in de foto bij een te hoge ISO. Of dit bij jouw camera het geval is, kun je het beste uittesten. Tegenwoordig kun je met de meeste camera’s best hoog gaan.

lr_95A2035.jpg

Tijd voor actie

Dit is hoe ik te werk ga met de instellingen:

Ik hou van het fotograferen met een diafragma F2.8 en kijk wat er nodig is qua scherpte.

Diafragma F2.8

Sluitertijd 1/100 sec

ISO 100

Er zijn meerdere factoren waar je op moet letten bij het instellen en die van invloed kunnen zijn op de belichting van je foto. Misschien heb je een lens waarmee je niet lager kunt met je diafragma dan F4.0. Bovenstaande instellingen zijn een goed startpunt. Maak een foto en kijk wat het resultaat is. Is de foto te donker of te licht? Dan gaan we de instellingen aanpassen. Als je in je camera kijkt, dan zie je een balkje in beeld. Het streepje in het midden geeft aan of de foto goed belicht is. Bij teveel licht, wordt het punt meer naar rechts aangegeven en bij te weinig licht naar links. Ook op het histogram kun je deze informatie uitlezen. Zitten de pieken meer naar rechts dan is je foto overbelicht en zitten deze pieken meer naar links dan heb je en onderbelicht beeld.

Stel dat het een zonnige dag is. En je wilt graag werken met veel onscherpte op de achtergrond. Dan kun je deze instelling proberen:

Diafragma F2.8

Sluitertijd 1/1000 sec

ISO 100

Is het juist een donkere winterse dag?

Diafragma F2.8

Sluitertijd 1/100 sec

ISO 800

Door te starten met een instelling kun je deze aanpassen aan je wensen. Welk resultaat wil je bereiken met je foto? Om dit onder de knie te krijgen is het goed om te oefenen. Gewoon in en om je huis. Zoek het lichtste plekje op en maak wat testfoto’s. Ga je uit van bovenstaande start instelling en heb je teveel licht, dan kun je de sluitertijd korter, sneller instellen.

Dan ga je naar het donkerste plekje in huis. Ga ook weer uit van de bovenstaande start instelling en maak gebruik van een langzamere, langere sluitertijd. Maak gewoon een heleboel foto’s om de verschillen te zien en je instelling goed te krijgen. Dit hoort bij het proces van het maken van foto’s. Testen, testen en testen.

Lijkt het je leuk om 1 op 1 meer tips te krijgen om zelf te leren fotograferen. Een dagdeel samen met mij leren over de basis en composities?Belangrijk is wel dat je weet hoe je camera werkt.

Neem vrijblijvend contact op voor de mogelijkheden.

lr_95A0879.jpg


Checklist manuele instellingen camera (M-stand)

Als je wilt leren om je camera handmatig in te stellen is het soms fijn om te spieken. Deze instellingen zijn richtlijnen en je kunt er altijd vanaf wijken. Kijk gewoon wat voor jouw creatieve doelstelling het beste werkt. Stel in en kijk op de achterkant van de camera hoe het eruit ziet. Kijk ook eens naar je histogram. Hier kun je ook veel info uit halen.

Stel je diafragma in. Wil je een dromerige wazige achtergrond? Stel dan het diafragma in op f1.2 - f4.0. Je portret zal dan een mooie onscherpe achtergrond hebben. Dit noemen we ook wel DOF (dept of field). Wil je een iets onscherpe achtergrond? Kies dan voor f4.0 - f6.0. Liever alles scherper in beeld dan is hoger dan f6.0 een goede keuze.

Afhankelijk of je wel of geen beweging in je foto wilt, stel je de sluitertijd in. Hoe langer de sluitertijd, hoe meer licht er op de sensor valt, hoe lichter de foto. Je hebt ook meer kans op bewegingsonscherpte. Daarom is het slim wanneer je met een langere sluitertijd dan 1/50 sec gaat werken vanaf een statief foto’s te maken. Met een langere sluitertijd kun je ook het onderwerp in beweging vastleggen. Kies je voor een snelle (korte) sluitertijd, dan bevries je het onderwerp.

1/4000 bevries een vogel die in de lucht vliegt

1/1000 kun je gebruiken bij sportfotografie

1/250 1/500 kinderen/dieren

1/125 alledaagse fotografie

1/30 wazige beweging, ik noem het altijd spookfoto

Welke ISO kies je?

Je kunt je hierbij laten leiden door de hoeveelheid licht die er aanwezig is. Is het een zonnige of bewolkte dag. Fotografeer je buiten of binnen? En hoeveel ISO kan je camera aan. Wanneer ontstaat er ruis in het beeld?

ISO 100 op een zonnige dag. Er is immers al zoveel licht aanwezig, dat een hogere ISO waarde al snel voor een overbelichte foto kan zorgen.

ISO 400 je fotografeert een onderwerp in de schaduw op een zonnige dag.

ISO 640 binnen op een zonnige dag.

ISO 1000 binnen bij kunstlicht.

ISO 3200 donkere kamer.

ISO 6400 bij nacht of weinig licht.

Let op: dit zijn richtlijnen. Kijk naar het resultaat als je op de sluiterknop drukt. Is de foto onder- of overbelicht? Wat vind je mooi? Wat wil je bereiken? En pas zo nodig aan.

Ik hoop dat deze beknopte samenvatting je helpt om de camera handmatig in te stellen.

PS: de foto’s op deze pagina zijn uit de beeldbank van Body Vital Medispa in Houten.

lr_95A1471.jpg